Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo dan, [24]gij zijt [25]niet meer [26]een dienstknecht, maar een zoon: en indien gij [27]een zoon zijt, zo zijt gij ook [28]een erfgenaam Gods [29]door Christus. 24. Namelijk die nu in Christus gelooft. 25. Namelijk gelijk tevoren. 26. Namelijk staande onder de voogdij en dienstbaarheid der wet. 27. Namelijk Gods, die nu tot uwe jaren gekomen zijnde uit de voorzegde voogdij gesteld zijt. 28. Zie van dit besluit Rom.8:17. 29. Namelijk die ons deze erfenis verdiend en verkregen heeft, en wiens medeerfgenamen wij zullen zijn; Rom.8:17.